terug

 

Ik ben Titus, mag ik mij even voorstellen?

 

Ik ben Titus Alba. Zeg maar gewoon Titus: Titus, de kerkuil. Veel mensen vinden mij een rare vogel. Ze zien me zelden in een kooi. Gelukkig maar, want daar houd ik niet van. Ik heb natuurlijk, net zoals jullie, een huis. Liefst een heel groot. De zolder van een kerk bijvoorbeeld.

Nog nooit geweest? Moet je zeker eens doen. Of de schuur van een boer, Vind ik ook gezellig. Of een grot, een kasteel of ruïne ... lekker spookachtig! Dat past prima bij mijn kop. Die is bijzonder! Mijn gezicht lijkt wel een hartje, een wit met een donkere rand eromheen. En middenin dat gezicht staan mijn twee pikzwarte ogen. Die kijken altijd recht voor zich uit. En als ik dan iets wil zien naast of achter me, draai ik gewoon mijn kop bijna helemaal rond. De rest van mijn veren is ook mooi. Bovenaan bruin tot grijs, onderaan wit met gekleurde stippen.

Als je ergens toekomt is het prettig dat je welkom bent en ook in de kerk ben je welkom!

Dit is mijn thuis, maar eigenlijk is de kerk het huis van God.

Binnenkort komen jullie samen in de kerk om je eerste communie te doen. Veel mensen van de parochie zullen er ook bij zijn en zich verheugen met jullie.

En jullie mogen ze dan ook welkom heten.

Zondag 31 januari mogen jullie in de kerk je naam komen zeggen, zodat iedereen weet dat je met Pinksteren je Eerste communie doet.

Tot zondag, ik zal er ook zijn.

 

Catecheseles van 19 januari 2010

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bovenkant